Afgelopen weekend stonden er met Burcht en Deurne twee piste meetings op het programma. Aangezien we aan minimum 5 meetings moeten deelnemen om te mogen starten op de kampioenschappen in augustus werd het stilaan tijd om de tartan op te zoeken.
Tijdens de vrijdagavond meeting in Burcht had ik de keuze tussen een 300 meter, 5000 meter of speerwerpen. Aangezien ik dit laatste niet zag zitten en er de dag nadien al een 5000 op het programma stond, was de keuze snel gemaakt. Tot zover de theorie, maar hoe zit dat met die startblokken? Hoe moet zo'n race aanpakken? Oei, mijn 'borst'nummer moet op mijn rug hangen? Op geen van deze vragen wist ik het antwoord maar voor alles een eerste keer. Net voor start even de startblokken getest en daar stond ik klaar voor mijn eerste keer 300 meter. Ik start in baan 4 met voor mij 2 juniors en achter mij enkele seniors. Mijn reactiesnelheid was goed, maar na nog geen 50 meter loop ik al als laatste senior, wat gaat dat hier snel! Bij het uitkomen van de bocht lig ik op zo'n 10 meter achter de loper in baan 5 die duidelijk net als ik er volledig verzuurd bijloopt. De afstand tussen ons blijft gelijk tot het moment dat mijn concurrent even achteruit kijkt. Dit is mijn kans dacht ik en net voor de meet heb ik hem te pakken. Met een eindtijd van 46.84 seconden wordt ik afgescheiden laatste senior, maar doe ik blijkbaar 4 honderdsten beter dan de clubrecordhouder Jos.Zaterdag stond er op de thuispiste van Antwerp Athletics een 5000 meter op het programma. Het was behoorlijk warm en de benen voelden nog wa zwaar aan van de dag voordien, maar een tijd onder de twintig minuten was het doel van de dag. De eerste kilometer ging aan 3'55, waarna ik even kon profiteren van Filip, maar die had jammer genoeg zijn dagje niet zodat ik even later mijn rondjes alleen mocht afhaspelen. Ik kon een vlak tempo lopen en na 12.5 ronden zat het afzien erop. Met een eindtijd van 19'52 had ik mijn doel bereikt en kan ik rustig verder werken naar de komende meetings.